The beauty of the westcoast

19 maart 2016 - Invercargill, Nieuw-Zeeland

Aangezien ik inmiddels weer op de terugweg ben naar Auckland leek het me weer tijd voor een kleine update.

Inmiddels heb ik het allermooiste stuk Nieuw-Zeeland gezien, de hele west kust. Van enorme gletsjers, bergen en fjorden tot vlaktes, meren en heel veel sandflies. En hoewel ze eruit zien als schattige fruitvliegjes doen de littekens op mijn enkels van alle beten toch anders vermoeden. Het westen hangt van de oeh en aahs aan elkaar. Telkens kom ik weer tot de conclusie dat het best handig was geweest om een auto te hebben omdat je dan nog veel meer kunt zien. Echter helpt een beetje sociaal contact ook en zit je zo in de auto met hostel genoten naar een enorm mooi strand, misschien wel de mooiste die ik ooit gezien heb.

Ik begon mijn westkust avontuur in Westport want dat lag dichtbij Cape Foulwind een uitzichtpunt waar een zeehonden kolonie woont. Nou NIET dus, zonder auto. Dat was 16 km en dan nog 5 km lopen... Dus ik leen een fiets van het hostel want moet toch iets. Na 15 minuten op de fiets heb ik het al helemaal gehad. Een trapper hangt half los en ik zit als een soort aap op de fiets omdat het zadel op standje kleuter staat, dat allemaal met een prachtige helm op want anders krijg je hier een boete. Ik stap af zet het zadel omhoog en fiets door, erg gezellig langs de highway... Mijn humeur gaat onder het vriespunt als ik zwarte donderwolken aan zie komen. JAHOOR, binnen 5 minuten helemaal doorweekt. Inmiddels kom ik aan bij het punt vanaf waar ik verder moet lopen. Van het prachtige uitzicht zie ik niks, maar nu ben ik toch al doorweekt dus what the hell, lets go in ieder geval tot de vuurtoren... Als ik bij de vuurtoren aankom klaart het op en begint de zon te schijnen. Geloof je het zelf? Maar het is echt waar! Prachtig uitzicht en de zeehonden hebben baby's gekregen, veel te schattig. Als ik terugfiets zie ik dat ik 45 min lang langs de kust heb gefietst. Mijn dag kan niet meer stuk. Mijn bijna gefaalde missie Cape Foulwind komt helemaal goed.

Inmiddels heb ik Queenstown achter me gelaten en het stink hostel ook. Leuke stad, leuke mensen maar ik kan de drukte al bijna niet meer aan. Overal Aziaten. Een avond flink stappen dan maar en dan door naar Invercargill. Daar ben ik nu. Wat een verademing na Queenstown. Er is hier helemaal niks te doen, ik raak verdwaald tijdens het hardlopen en kan nog geen tien sit-ups meer doen (zwaar overdreven natuurlijk he). Gezellig in de tuin eten met Rachelle. Wijntje, hosteltje, zandvliegje. Helemaal top.

Morgen vertrek ik weer met de bus door naar de studentenstad van het zuiden: Dunedin. Dan zet ik dus echt de tocht naar het noorden in. Want het is nog een kleine 3 weken en dan moet ik het land alweer verlaten (huilen) en alle lieve mensen thuis knuffelen. 

Foto’s